Bedrijfswaarderingen

Om te genezen van belastingziektes

Bedrijfswaarderingen

In het leven heeft vrijwel alles een (bedrijfseconomische) waarde. In fiscale zin betekent dit bijv. de auto op de balans, de voorraden, de debiteuren. Deze categorie vormt het zichtbare vermogen. Deze worden allen tegen een bepaalde waarde op de balans van een onderneming gewaardeerd. Op een balans staan ze vaak tegen de boekwaarde vermeld, ofwel de aanschafwaarde wordt dan verminderd met een afschrijving die vaak gebaseerd is op het gebruik van het bedrijfsmiddel. Deze waarde vertegenwoordigt niet de bedrijfseconomische waarde. De bedrijfseconomische waarde is het prijskaartje waartegen je het bedrijfsmiddel zou kunnen verkopen aan een onafhankelijke derde. Als de verkoopwaarde hoger is dan de boekwaarde, dan spreken we van een boekwinst waarover belasting afgedragen moet worden. Daarnaast zijn er ook bedrijfsmiddelen die niet op de balans staan, te weten het onzichtbare vermogen. Voorbeelden hiervan zijn bijv. de immateriële activa zoals de (goede) naam van de onderneming, klantenbestand, locatie van de onderneming, leveranciersnetwerk, etc. Het zichtbare- en het onzichtbare vermogen bij elkaar vormen in principe de waarde van de totale onderneming. Als u vervolgens besluit uw bedrijf te willen verkopen of te verhuren, dan komt de vraag op tegen welke waarde dit moet geschieden. 

Er zijn diverse methoden die fiscaal geaccepteerd zijn om een bedrijf te waarderen, zoals de Intrinsieke waarde methode, de Goodwillmethode, de Rentabiliteitswaarde en Discounted Cashflow methode. Hieronder zal ik deze methoden kort toelichten:

Intrinsieke waarde methode:

Bij deze methode ga je het bedrijfsmiddel afzonderlijk af. De intrinsieke waarde wordt daarbij bepaald met behulp van het verschil tussen de totale actuele waarde van de activa (de linkerkant van je balans) en het vreemd vermogen. Deze methode komt erop neer dat je hiermee het werkelijke eigen vermogen bepaald. 

Goodwill methode:

Bij deze methode wordt uitgegaan van een genormaliseerde winst. Door deze winst te vermenigvuldigen met een bepaalde factor, wordt de goodwill berekend. Deze factor is afhankelijk van diverse factoren zoals de managementstructuur, branche, concurrentiepositie, trends in de markt, etc. De intrinsieke waarde en de goodwill vormen de basis voor de waardering binnen deze methode. 

Rentabiliteitswaarde:

De rentabiliteitswaarde van een onderneming is gebaseerd op de resultaten uit het verleden. Hiervoor wordt de meest recente nettowinst gebruikt. Dat is de bedrijfswinst na aftrek van kosten voor het vreemd vermogen (rente) en winstbelasting. Deze resultaten worden doorberekend naar de toekomst op basis van het going concern-principe. Dit principe gaat ervan uit dat een organisatie in de voorzienbare toekomst geen risico van liquidatie loopt. De doorberekende resultaten worden vervolgens contant gemaakt tegen een rendementseis die een koper op zijn investering wil maken. Dit percentage wordt disconteringsvoet genoemd.

Discounted Cash Flow (DCF) methode:

De methode is gericht op de toekomstige kasstromen. De toekomstige kasstromen worden omgezet naar de contante waarde van deze kasstromen op de overnamedatum. De waarde van een bedrijf komt bij deze methode overeen met de verwachte verdiencapaciteit van de onderneming na overname binnen een nader overeen te komen periode. Deze methode is vrij complex en duur, maar geeft wel zeer nauwkeurige resultaten. Het grote voordeel van deze methode is de transparantie die het in zich heeft. Er moet namelijk over de gehele linie van de onderneming (omzet, kosten, belastingen, etc.) een verwachting opgesteld worden. Deze vormen vervolgens de basis van de waardering. De uitgangspunten voor de verwachtingen vormen een grijs gebied en kan tot veel discussies leiden. Ervaring leert dat belastingdienstmedewerkers helemaal niet economisch zijn onderlegd. De discussie hierover voeren vinden ze maar lastig. Dit schept weer kansen voor de belastingplichtigen, indien de bedrijfswaardering is opgesteld middels een deugdelijke DCF-waardering. 

Deugdelijke onderbouwing

De Belastingdienst verlangt bij bedrijfsoverdrachten een onderbouwde waardebepaling.  Deze onderbouwing is met name relevant in situaties dat de onderneming aan een gelieerde persoon wordt overgedragen zoals een familielid, vriend, of aan de eigen B.V., etc. De voorkeur van de Belastingdienst gaat daarbij vaak uit naar de DCF-methode bij wat grotere ondernemingen. De bedrijfswaarderingen worden fiscaal steeds meer relevant. Dit komt o.a. door de vergrijzing en de hiermee gepaard gaande wens om het bedrijfsb binnen gelieerde verhoudingen door te geven. De kennis bij de Belastingdienst over bedrijfswaarderingen is matig, maar is de laatste jaren wel gegroeid. Zo beschikt de Belastingdienst sinds enige jaren over een Landelijk Business Valuation Team. Het is dan van belang om bij bedrijfswaarderingen een deskundige in de arm te nemen die u kan begeleiden in dit traject. 

Wil je meer weten over bedrijfsoverdrachten? Of wilt u uw bedrijf fiscaal-proof waarderen? Neem dan contact met ons op voor een vrijblijvende afspraak.